zaterdag 11 april 2015

Over vertroetelen, loslaten en zelfstandigheid bij de jagdhond.






Privéles.

Gisteren hebben Foppe en ik weer een eens een privéles bij onze hondentrainster gehad. Het was hard nodig. Onze samenwerking is erg onstabiel. Soms gaat het heel goed, dan weer ben ik radeloos omdat Foppe gewoon passief weerstand biedt. Hij zit dan en verroerd zich niet meer. Het gebeurt niet vaak, maar elke keer is een keer teveel.
Toen het op de proef niet goed ging heb ik een grote domper gekregen en ben echt geconfronteerd ermee dat bij Foppe niet alles, wat geleerd was, afroepbar is.
Ik ben aan het analyseren gegaan. Maar vond eigenlijk dat ik het goed deed met Foppe. Veel lof, streng op toekijken dat dat ik steeds de commando's ook liet uitvoeren en niet met half gedaan tevreden was. Ook in de thuissituatie was ik duidelijk, consequent maar vooral smoeserig en lief voor Foppe (en natuurlijk ook voor Bessel, de oudere hond).
Van de twee uur die ik les had, gingen ca. 1 uur een 15 minuten op in theorie. Ik volg nu al twee jaar lessen bij Monika. Meestal zijn we in groepjes van 2 tot 5 personen. Ze geeft steeds individueel les, dus passt de oefeningen aan op het niveau van de hond en het kunnen van de baas. Soms was ik niet mee eens met wat ze vroeg van mij (en Foppe). Maar het had steeds hand en voeten in de aarde. 
Monika kent mijn manier hoe ik werk en omga met Foppe. Maar het laatste jaar heb ik minder geoefend. Foppe is een aangename familiehond geworden. Met de oude hond kan hij ook heel goed opschieten en hij is neutraal tegenover anderen honden. 
Hij werkt graag, hij pakt nieuwe kunstjes heel snel op maar hij verveelt zich ook snel.

Nu gingen Monika en ik lopend naar een plekje om te oefenen. Ik vertelde van kleine gebeurtenissen die me misschien verder helpen als ik ze besprak met Monika.






Samen wandelen. 
Ik vind het eigenlijk prettig, als ik zonder riem met beide honden mijn wandelingen kan doen. Maar dat kan alleen als ik ze bij me in de buurt heb. Mijn dagelijkse wandelingen gaan merendeels door heuvelachtig bosgebied met veel bochtjes, op en neer en soms vrij dicht begroeid. Ze zijn niet verder van me af dan 10 meter, in zichtveld en ook afroepbar. Beiden hebben geleerd om op de weg/pad te lopen en niet van de weg af te gaan. Om te markeren mogen ze tot 5 meter af van de weg, maar tegenwoordig komen ze zonder te roepen, als ik ze aankijk.
Ik vind het leuk als Foppe komt en vrijwillig naast me gaat lopen. Bessel is heel anders, hij gaat steeds zijn neus achteraan en hij is dan ook veel zelfstandiger.
Dit gedrag van mij (Foppe af en toe bevestigen met een aai of een woord, als hij bij mij loopt), heeft wel ertoe geleid, dat Foppe tegenwoordig meestal om bevestiging vraagt als hij verder als 5 meter van me af is. Hij is dan onzelfstandig en durft niet jachthond wezen.
Een ander verhaal is het als hij dan de drift van het jachthondje voelt en hij meer dan 50 meter van me af is. Of als hij een haas of ree achteraan gaat.

Monika vindt, dat ik door mijn eisen de hond dicht bij me te houden, de hond zeer onzelfstandig heb gemaakt. Ze zegt, dat een jagdhond wel moet komen op de fluit, maar verder niet mag kleven.

Mijn  dilemma.
Hier ben ik in het dilemma. Ik heb hem graag bij mij, maar wil een goede jagdhond. Ik wil dat hij zelfstandig is en niet kleeft, maar wil hem ook niet steeds roepen en risico's ingaan, dat hij gaat jagen.

Het voorstel van Monika is, dat ik vaker op de Rijnvlakte, langs de oever ga lopen. Daar zijn veel konijntjes, veel andere honden, het is een loosloopgebied. Er zijn geen wegen in de buurt. Daar kan ik ook het 'down' oefenen, als hij achter de konijnen aan gaat. De konijnen kunnen zich redden, die hebben hun holtes. En ik kan prettig, zonder gevaar oefenen. Een voorwaarde is daaraan verbonden. Ik zou zonder Bessel moeten gaan, zodat ze niet samen gaan jagen. En de beste tijd is vroeg in de ochtend, vanaf half zes, dan zijn nog geen andere mensen met hun honden in de buurt.

We oefenen op dit moment enkel nog aan het zoeken in het veld en het voorstaan. Daar waar de andere honden uit de groep (wel Setters!) teveel ruimte nemen en ver lopen kleeft mijn hondje. En ook het voorstaan gaat niet echt vanuit zich zelf.

Foppe kan het!
Gisteren ben ik dan een keer met Monika samen gelopen. Ze heeft Foppe leiding gegeven. En waarachtig, Foppe heeft na 10 minuten ook de ruimte genomen en heeft op de kleinste bewegingen van Monika gereageerd en heeft een heel mooie veldzoekengang getoond. Wat een confrontatie voor mij! Ze heeft hem tegen 12 uur, waar het al echt warm begon te worden 30 minuten laten lopen en hij toonde interesse en liep erg attent (het was wel een veld waar fazanten en patrijzen lopen). Overal vond hij sporen en geuren van hen.






De kunst van het loslaten.
Na afloop heeft ze me nogmaals op het hart gedrukt hoe goed Foppe is. Dat ze nog steeds denkt, dat hij de beste is van alle honden die ze traint (behalve dan haar eigen Ierse Setters), maar dat ik hem onzelfstandig heb gemaakt met het steeds controleren van wat hij doet.

Hemel, dan denk ik het goed te doen en ben toch verkeerd bezig? Ja, in de daad, ik moest ook behoorlijk aan de appel werken! Maar dat zit nu prima. Nu komt weer het loslaten.

Ja, het is een dansen op een touwtje. En niet daarnaast stappen, anders begin je weer van voren!

Hoge inzet
Om het doel van echt loslaten heb ik absoluut een mogelijkst groot gebied nodig, waar ik de hond ook mag laten loslopen. Waar ik ook mag jagen, samen met mijn hond. Hij moet leren samen met mij te willen een buit te krijgen en ze me dan willen brengen. Hij gaat mijn kunnen aanvullen met zijn kunnen.
Sinds 1 april heb ik in het revier van Monika de mogelijkheid om legaal te jagen en te oefenen met Foppe. Dit is voor mij een enorme verlichting. Zo kan ik misschien het veldwerk toch nog onder de knie brengen met Foppe. Jammer genoeg moet ik elke keer met de auto 75 minuten  rijden....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten